De Europese Parlementsverkiezingen in Frankrijk: hoe wist extreemrechts zo ruim te winnen?

ANALYSE – Jordan Bardella won namens de Rassemblement National (RN) ruimschoots de EP-verkiezingen in Frankrijk. Recent onderzoek toont daarbij aan dat de campagne vooral op nationaal niveau gevoerd werd. Vanuit Marseille ziet journalist Erik-Jan van Drieënhuizen vier factoren die het succes van de RN verklaren.

Campagne-affiches in Marseille. Foto: Erik-Jan van Drieënhuizen

“Een overwinning voor het presidentiële kamp op 9 juni staat gelijk aan een hervorming van de werkloosheidsuitkering, een stijging van de gasprijzen, en een de-indexering van de pensioenen”, waarschuwt Jordan Bardella terwijl hij bezorgd de camera van TF1 inkijkt. In het televisiedebat met premier Gabriel Attal wond de lijsttrekker van Rassemblement National (RN) er amper doekjes om: de EP-verkiezingen moesten niet zozeer een consultatie over een Europese koers worden, maar vooral een extra gelegenheid zijn voor de Fransen om zich uit te spreken tegen Macrons regeringsbeleid.

Het fragment is tekenend voor de conclusie van Franse politieke analisten: de RN heeft de Europese parlementsverkiezingen van 2024 vooral geframed als een referendum over Macron. Eerder matigde Bardella’s partij al haar toon door enkele controversiële standpunten te laten vallen, zoals een harde ‘Frexit’ of het verlaten van de NAVO-commandostructuur. Voortaan zou het “van binnenuit hervormen van de EU” de nieuwe inzet van de RN zijn.

Een effectieve formule, zo zou blijken, want met 32 procent van de stemmen liet Bardella regeringspartij Renaissance en de Parti Socialiste met respectievelijk 15 en 14 procent ver achter zich in de Europese stembusgang. Macron ontbond na de uitslag dan ook direct het parlement en schreef nieuwe nationale verkiezingen uit. Welke factoren verklaren het succes van de RN?

« Après le Brexit, Vive le Frexit ». Foto: Erik-Jan van Drieënhuizen

Een campagne “franco-centrée”
Allereerst past de strategie van de RN om de verkiezingen te framen als een referendum op Macron in een breder beeld van een Europese campagne die vooral op nationaal niveau gevoerd werd. Zo concludeert het Fondation Jean Jaurès in een recent onderzoek naar de Franse mediaberichtgeving over de EP-campagne van 2024 dat vooral “Franse nationale politici en machtsstructuren” centraal stonden, ten koste van “de politieke krachten die daadwerkelijk besluiten over het toekomstige lot van de Unie”. De onderzoekers spreken hierom van een campagne “franco-centrée” die “een uitwisseling van ideeën tussen Europese politici met invloed op het toekomstige beleid niet aanmoedigt”.

Volgens het instituut waren alle lijsttrekkers met uitzondering van Jordan Bardella en Marion Maréchal “vrijwel onzichtbaar” in de Franse mediacampagne. Hetzelfde gold voor hooggeplaatste Europese politici: Ursula von der Leyen werd bijvoorbeeld in slechts 1 procent van de Franse berichtgeving over de EP-verkiezingen genoemd, terwijl de uitslag juist veel invloed heeft op haar politieke bewegingsruimte.

Daarentegen was er disproportioneel veel aandacht voor zogenoemde “soutiens” – Franse politici die niet verkiesbaar zijn, maar hun naamsbekendheid inzetten voor de campagne van hun lijsttrekker. Na Bardella was bijvoorbeeld president Macron de politicus met de meeste referenties in de berichtgeving: in maar liefst 11 procent van de media-items dook zijn naam op.

Ook premier Attal kwam bovengemiddeld veel in beeld: opvallend genoeg nam bijvoorbeeld hij en niet Renaissance-lijsttrekker Valérie Hayer het op tegen Jordan Bardella in het televisiedebat van TF1. In de laatste campagneweek zorgde Attal nog voor een kleine rel toen hij een live interview van Hayer met FranceInfo onderbrak om zelf het woord te nemen.

Volgens de onderzoekers heeft deze nadruk op nationale in plaats van Europese politici en thematiek ingrijpende consequenties. Zo waarschuwen ze dat de Fransen “op 9 juni resultaten te zien krijgen die wellicht veelzeggend zijn over de Franse politieke context […] maar uiteindelijk weinig zeggen over het Europese politieke spel gedurende de komende termijn”.

Deze resultaten zijn extra zorgwekkend, omdat eerder onderzoek al uitwees dat de Fransen van alle Europese burgers het slechtst geïnformeerd zijn over het functioneren van de EU. Amper de helft van de Franse ondervraagden gaf in zulke onderzoeken aan recentelijk iets over de EU gehoord te hebben, en slechts 54 procent was bekend met de naam “Ursula von der Leyen” tegenover een Europees gemiddelde van 75. Dit alles creëert het risico op een “mismatch tussen de verwachtingen van Franse kiezers, de uitkomst van de stemming in Frankrijk en het daadwerkelijke debat op Europees niveau”, aldus het rapport.

Succesfactor 1: een (zeer) onpopulaire president
Hoe droeg deze “campagne franco-centrée” bij aan de winst van Bardella? Een eerste factor betreft de impopulariteit van Emmanuel Macron. Na enkele controversiële maatregelen zoals de Loi Immigration’ en het verhogen van de pensioenleeftijd zonder consultatie van het parlement via een 49.3-procedure, heeft de president in 2023 op zowel links als rechts veel krediet verloren. De laatste maatregel maakte Macron zelfs even de impopulairste Franse president ooit op een jaar na de verkiezingen: in april van vorig jaar gaf maar liefst 72 procent van Fransen aan (zeer) ontevreden te zijn met zijn werk.

Hier kwam recentelijk een nieuwe klap bij, nadat een grote financiële tegenvaller de regering dwong om 20 miljard euro te bezuinigen op de begroting van 2024-2025. Met name Macrons minister van Financiën, Bruno Le Maire, is zwaar onder vuur komen te liggen sinds bekend werd dat hij omstreden oplossingen voor dit tekort onderzoekt, zoals het hervormen van de werkloosheidsuitkering, schrappen van duurzaamheidsfondsen, of loskoppelen van pensioenen aan de inflatie.

Zoals te lezen valt in de intro, trok Bardella deze binnenlandse politieke dynamiek geregeld de Europese campagne in – ook al heeft de EU uiteindelijk weinig te zeggen over sociaal beleid, zoals werkloosheidsregelingen of pensioenen. De RN verplaatste hiermee het zwaartepunt van het publieke debat: in plaats van een Franse Europese agenda, ging de campagne grotendeels over de onpopulaire binnenlandse plannen van Macrons regering. Door zich hierbij op te werpen als meest kredietwaardige ‘dam’ tegen deze plannen, kon Bardella de ‘anti-Macronstem’ naar zich toe trekken.

En deze groep is erg belangrijk voor de RN: uit een grote peiling van begin juni bleek dat “oppositie voeren tegen Macron” voor maar liefst 68 procent van de waarschijnlijke RN-stemmers de belangrijkste drijfveer van hun partijkeuze was. Daarbij was het meest overtuigde groep: maar liefst 85 procent van de waarschijnlijk RN-stemmers gaf aan dat hun stem voor Bardella definitief was – de hoogste score van alle lijsten. Met name bij verkiezingen met een relatief lage opkomst – zoals die voor het EP – zijn dit erg belangrijke indicatoren.

Grafiek 1: Visualisering van de primaire motivatie voor Fransen om te gaan stemmen bij EP-verkiezingen van 2024, uitgespreid per partij en leeftijdscategorie. Groen staat voor “steun betuigen aan Macron”; rood voor “oppositie uiten tegen Macron”; grijs voor “geen van beiden”. Bron: Ipsos, “Enquête Ipsos pour le CEVIPOF, Le Monde, la Fondation Jean Jaurès et l’Institut Montaigne” (Mei 2024).

Succesfactor 2: een wijdverspreid sentiment van déclinisme
Een tweede factor kan gevonden worden in een gevoel van collectief verval dat heerst binnen de Franse samenleving. Dit fenomeen wordt veelal geduid als déclinisme en is wijdverspreid in Frankrijk: een groot onderzoeksrapport genaamd ‘Fractures françaises’ toonde eind 2023 aan dat maar liefst 82 procent van de Fransen ervan overtuigd is dat hun land in verval is. Een derde denkt zelfs dat dit verval onomkeerbaar is. Bijna een kwart van de Fransen vindt het gebruik van geweld dan ook “soms gerechtvaardigd” om politieke veranderingen af te dwingen.

In zijn campagnespeeches heeft Bardella regelmatig ingespeeld op dit sentiment door de EU in verband te brengen met het Franse verval. Op TF1 stelde hij bijvoorbeeld dat de unie “te vaak besluiten neemt die tegen de belangen van Frankrijk ingaan”. In een interview met France Inter maakte hij deze link nog explicieter: “Ik constateer simpelweg dat de EU te vaak als een accelerator van ons verval werkt.”

Hiertegenover plaatste Bardella zijn visie van een Frankrijk dat “in staat is om het functioneren van de EU te beïnvloeden, naar zijn hand te zetten, en er een hefboom van macht en invloed van te maken”. Met andere woorden beloofde hij het collectieve verval tegen te zullen gaan door de EU als ‘middel’ ter verdediging van de Franse belangen te gaan gebruiken. Het zijn beloftes die simpelweg in goede aarde vallen bij een groot deel van de Fransen.

Succesfactor 3: een Franse samenleving “onder hoogspanning” sinds 7 oktober
Sinds het uitbreken van de oorlog tussen Hamas en Israël is Frankrijk het middelpunt van grote maatschappelijke spanningen. Als herbergier van zowel de grootste Joodse als één van de grootste moslimgemeenschappen van Europa, wordt Frankrijk sinds 7 oktober regelmatig beschreven als een “samenleving onder hoogspanning” of “importeur van het Israëlisch-Palestijnse conflict”.

Een rondje langs de aanplakborden in Marseille toont al gauw dat deze spanningen ook op de EP-verkiezingen drukken: de Europese campagne-affiches hangen zij-aan-zij naast de welbekende “Free Palestine” tags en “kidnapped” posters.

Foto: Erik-Jan van Drieënhuizen

Daarbij deinsden Franse politici er niet voor terug om de spanningen rondom Gaza-oorlog in te zetten voor campagnedoeleinden. De RN verklaarde zich bijvoorbeeld de “beste beschermer van de Fransen met een joodse achtergrond” en de radicaal-linkse partij La France Insoumise (LFI) maakte “Vrede in Gaza” zelfs tot één van hun speerpunten.

Met name de Frans-Palestijnse kandidate Rima Hassan was erg vocaal op dit onderwerp – volgens het Jean Jaurès instituut zelfs het meest zichtbare lid van LFI. Ze liet flink wat stof opwaaien door onder andere te stellen dat Hamas een “legitieme actie” voert, of dat Israël “erger dan Rusland” is.

De positie van LFI leidde dan ook tot veel kritiek – vooral nadat campagne-affiches van de joodse PS-lijsttrekker Raphaël Glucksmann (Parti Socialiste) in verschillende Franse steden beklad werden met hakenkruizen. In een interview kondigde Glucksmann hierop een “volledige scheuring” met de koers van LFI aan – de symbolische doodsteek voor een eventuele hernieuwing van het linkse samenwerkingsverband la NUPES.

Waarom wist vooral de RN van deze situatie te profiteren? Dit komt doordat de spanningen rondom het Gaza-conflict ook het debat over immigratie en veiligheid opnieuw op scherp hebben gezet. Alhoewel koopkracht in peilingen naar voren kwam als het belangrijkste onderwerp (47%; gevolgd door immigratie met 38%), wezen de Fransen ‘immigratie’ aan als het meest-besproken onderwerp door media en kandidaten.

Met andere woorden achtten de Fransen koopkracht het belangrijkste thema, maar dáchten ze dat immigratie het meest vooraanstaande onderwerp van de campagne was. En uit de media-analyse van het Fondation Jean Jaurès blijkt dat vooral Jordan Bardella in beeld kwam als er over migratie gesproken werd: in maar liefst 45 van de 136 media-items over dit onderwerp dook zijn naam op – het meest van alle kandidaten!

Jordan Bardella was kortom het meest in beeld bij het onderwerp dat in de perceptie van de Fransen het belangrijkste onderwerp van de campagne was. De RN kon zich dankzij deze context vrij gemakkelijk ontwikkelen tot wat politicologen “issue owner” noemen: de meest kredietwaardig geachte partij op een bepaald dossier – in dit geval het explosieve onderwerp immigratie.

Grafiek 2: Hoeveelheid referenties naar EP-lijsttrekkers in Franse media per onderwerp gedurende de Europese campagne van 2024. Bron: Fondation Jean Jaurès, “Une campagne française. Étude de la couverture médiatique des élections européennes” (Mei 2024).

Succesfactor 4: Slechts één in plaats van twee stemrondes
Tenslotte speelde ook manier van stemmen bij de EP-verkiezingen een belangrijke rol. Nationale verkiezingen in Frankrijk bestaan namelijk uit twee stemrondes: een eerste waar alle kandidaten aan meedoen, gevolgd door een run-off tussen de twee lijsttrekkers met de meeste stemmen. Traditioneel wordt extreemrechts in deze tweede ronde weggestemd door een coalitie van het Franse politieke midden – een dynamiek die bekendstaat als le front républicain of faire barrage.

De Europese parlementsverkiezingen kennen echter slechts één stemronde, waardoor dit fenomeen hier niet opging. Een partij als de RN heeft het bij Europese verkiezingen dan ook een stuk makkelijker dan bijvoorbeeld die voor de Assemblée Nationale. Dit verklaart deels ook het besluit van Macron om nieuwe nationale verkiezingen uit te schrijven, ondanks de slechte score van zijn partij bij de Europese stembusgang.

Daarbij moet de kanttekening geplaatst worden dat de bereidheid om extreemrechts te blokkeren elk jaar afneemt. Zo was het verschil tussen Macron en Le Pen in de tweede ronde van 2022 relatief klein: 58 om 42 procent. Haar vader Jean-Marie Le Pen kwam in de tweede ronde van 2002 bijvoorbeeld niet verder dan 17. Gezien de huidige impopulariteit van Macron was het dan ook de vraag geweest hoeveel verschil een hypothetische tweede rond had gemaakt.

Sporen van activisme in het centrum van Marseille. Foto: Erik-Jan van Drieënhuizen

Meer zetels, maar ook meer macht?
De grote overwinning van de RN echoot na in zowel binnen- als buitenland. Zeker, Frankrijk was niet het enige land waar extreemrechts won, maar de afstand waarmee de RN dit deed – meer dan twee keer zoveel stemmen als de regeringspartij – maakt de Franse uitslag extra opvallend en impactvol.

Op binnenlands politiek vlak is de boodschap duidelijk: de huidige Franse regering heeft een groot probleem en moet alles op alles zetten om Macrons tweede termijn te redden. Het per direct uitschrijven van nieuwe verkiezingen toont aan dat de president all in gaat. Gezien zijn grote impopulariteit en de omstreden hervormingen die eraan komen is het echter maar de vraag of hij hier beter uit gaat komen. De weg van Le Pen naar het Elysée in 2027 zou zomaar kunnen zijn ingezet.

Daarnaast heeft de uitslag in Frankrijk ook op Europees niveau impact, dankzij het relatief grote aantal Franse zetels in het Europese Parlement: 81 op een totaal van 720. Enkel Duitsland heeft er met 92 meer. Van deze 81 Franse zetels gaan er nu 30 naar leden van de RN, waarmee ze sinds de uitzetting van Alternative für Deutschland (AfD) ruimschoots de grootste partij binnen de Europese fractie Identity & Democracy (ID) zijn. Exitpolls plaatsen deze extreemrechtse fractie op 58 zetels (hierbij de zetels van AfD niet meegerekend), wat zelfs zou betekenen dat de RN meer dan de helft van de Europarlementariërs voor ID levert. In theorie zouden Bardella en zijn partij dus flinke invloed kunnen gaan uitoefenen op de koers van deze fractie.

Hiertegenover staat echter een weerbarstige praktijk: ID-fractieleden werden tot zover veelal uitgesloten van commissies, vice-voorzitterschappen en andere invloedrijke functies binnen het EP. Zeker nu duidelijk is dat de centrumrechtse coalitie van de EVP, S&D en Renew nipt hun meerderheid heeft weten te behouden, lijkt de kans klein dat hier drastische veranderingen in komen.

De kernvraag is dan ook in hoeverre de RN in staat zal zijn om het toegenomen aantal zetels om te zetten in meer macht. Bardella beloofde in Europa specifiek op te zullen komen voor de Franse belangen, maar nu een nog groter deel van de Franse Europarlementariërs tot de uitgesloten I&D fractie behoort, is het goed mogelijk dat de algehele invloed van Frankrijk binnen het EP afneemt. Paradoxaal genoeg zou de winst van de RN dus zomaar tot het tegenovergestelde van Bardella’s beloftes kunnen leiden.

Erik-Jan van Drieënhuizen studeerde geschiedenis en conflictstudies aan de RU Nijmegen. Sinds zijn afstuderen woont en werkt hij in de Zuid-Franse stad Marseille. Als freelance-journalist schrijft hij hier over de Franse actualiteit en specialiseert hij zich in Nederlands-Franse betrekkingen. Meer van zijn werk valt te lezen op www.erikbijdemarseillanen.com.