Stand van zaken in het onderzoek aan de Nederlandse universiteiten
Per 2021 bundelen het KFN en de SRNU hun krachten onder de naam Platform Frans. Dit nieuwe gezamenlijke kennisnetwerk is op 26 maart a.s. gelanceerd tijdens een online symposium. Het onderwerp van de bijeenkomst is de stand van zaken in het onderzoek naar de Franse taal en cultuur in Nederland.
Dit thema werd geïllustreerd aan de hand van drie korte inhoudelijke bijdragen die de breedte van het vakgebied bestrijken. Allereerst zetten we het onderzoek van studenten in de spotlights met een presentatie van de winnaar van de Scriptieprijs Frans. Vervolgens gaven twee universitaire docenten een korte presentatie over hun onderzoek. U kunt hun bijdragen hieronder terugkijken.
1. Sarah Bouma (BA Franse Taal en Cultuur, Universiteit Leiden) presenteert haar winnende bachelorwerkstuk getiteld “L’écriture du corps dans les récits d’exil au féminin ; une analyse du roman Marx et la poupée de Maryam Madjidi”. Dr. Alisa van de Haar leest het juryrapport voor.
2. Bram van Leuveren (Rijksuniversiteit Groningen), “Dansende diplomaten: Hof- en stedelijke festivals in vroegmodern Frankrijk”
Dr. Bram van Leuveren vertelt over zijn onderzoek naar diplomatieke festivals in laat zestiende- en vroeg zeventiende-eeuws Frankrijk, dat binnenkort in boekvorm verschijnen zal. Diplomatieke festivals vonden plaats aan het Franse hof of in de stad.en maakten gebruik van theatraal spektakel om ambassadeurs door heel Europa heen op de hoogte te stellen van diplomatieke ontwikkelingen in het koninkrijk. Van Leuveren onderzoekt hoe ambassadeurs en andere diplomatieke agenten uit o.a. de Nederlanden, Engeland en Rome dergelijke festivals beschreven in hun rol als toeschouwer of deelnemer en dikwijls kritiek leverden op de politieke ondertoon van de geënsceneerde balletten, masquerades, toernooien, vuurwerk drama’s en toneelstukken.
Thom Westveer (Universiteit van Amsterdam), De studente onder de studenten? Accord de genre in Franse partitiefconstructies
Thom Westveer presenteert zijn promotieonderzoek, waarin hij kijkt naar het accord de genre in zogeheten partitiefconstructies in het Frans. Een voorbeeld hiervan is le plus jeune des étudiants ‘de jongste van de studenten’, waarin één student (le plus jeune) deel uitmaakt van een grotere groep studenten. Zulke partitiefconstructies kunnen problematisch zijn voor het accord de genre wanneer ze naar een gemengde groep van vrouwen en mannen verwijzen. De resultaten van een taalkundig experiment met sprekers van het Frans laten zien dat het accord de genre in deze constructies niet alleen beïnvloed wordt door zinsstructuur, maar ook afhangt van de houding van de taalgebruiker ten opzichte van taalverandering.