Publiekslezing over creooltalen

Op 21 mei organiseert de opleiding Franse taal en cultuur van de Universiteit Leiden een lezing over creooltalen. De Engelstalige lezing wordt gegeven door Marlyse Baptista, hoogleraar aan de universiteit van Pennsylvania en een toonaangevende expert op het gebied van creooltalen. Zij is in Leiden in verband met een workshop over creooltalen die een dag later plaats zal vinden (WoCL). Daarnaast geeft zij een lezing voor een algemeen publiek en in het bijzonder voor leraren uit het middelbaar onderwijs.

Creooltalen, zoals het Sranan, het Papiamentu en het Kréyol Matinik, zijn veelal ontstaan in een koloniale context, waarin gebrek aan taalrechten gepaard gingen met extreme vormen van taalcontact. Vaak zijn in het lexicon veel woorden te ontdekken die ontleend zijn uit Westerse talen, zoals Engels, Nederlands, Portugees, Spaans of Frans. Een voorbeeld is het volgende spreekwoord uit het Kréyol Matinik, een creooltaal die gesproken wordt op het Franse eiland Martinique en waarvan de meeste woorden teruggaan op het Frans:

Kréyol Matinik:  Sé grenn diri ka fè sak diri
Frans: c’est graine riz présent faire sac riz
Nederlands:  het.is korrel rijst teg.tijd maken zak rijst

Vertaling: ‘Korrels rijst maken samen een zak rijst.’

In dit spreekwoord staan de rijstkorrels symbool voor alle kleine taken die we moeten uitvoeren. Samen zorgen die er uiteindelijk voor dat er (te) veel werk moet worden verzet. Het voorbeeld illustreert dat veel van de woorden van het Kréyol Matinik uit het Frans komen, terwijl de grammaticale vorm heel anders is. Het gaat dus ook echt om een andere taal, die sprekers van het Frans niet zomaar kunnen verstaan. Iets dergelijks geldt voor het Sranan. Een groot deel van de woordenschat komt oorspronkelijk uit het Engels en het Nederlands, maar de taal is voor een Nederlander die goed Engels spreekt niet zomaar te begrijpen.

In haar lezing, met als titel On the Diversity and the Formation of Creole Languages, bespreekt Marlyse Baptista op basis van de Atlas of Pidgin and Creole Language Structures eigenschappen van creooltalen van over de hele wereld. Daarnaast wordt aan de hand van theorieën over taalcontact bekeken wat de diversiteit van creooltalen ons leert over hoe deze nieuwe talen zijn ontstaan.

De lezing wordt gegeven in het Engels, maar vragen kunnen zowel in het Engels als in het Frans gesteld worden.

Dag en tijd: 21 mei, 16.15-17.30
Plaats: Lipsius, zaal 1.47, Cleveringplaats 1, Leiden

Aanmelden kan via de website van de Universiteit Leiden.