Door Stijn Zunneberg (Radboud Universiteit)
Taalapps als Duolingo zijn ontzettend populair, maar in hoeverre helpen ze je een taal te leren? Drie taalexperts van de Radboud Universiteit vertellen het. ‘Je moet je onderdompelen in een taal.’
Vanuit je luie soel een nieuwe taal leren, wie wil dat nou niet? Alleen Duolingo heeft wereldwijd al meer dan 500 miljoen gebruikers, waarvan ruim 24 miljoen mensen dagelijks de app gebruiken. Volgens Duolingo kunnen al die gebruikers in 15 minuten per dag een vergevorderd taalniveau bereiken, maar kun je ook écht een taal leren met Duolingo? We vroegen het taaldocenten Janine Berns (Frans), Marly Nas (Spaans) en Henning Meredig (Duits).
‘Het is een ontzettend leuke, laagdrempelige app’, vertelt Nas, die zelf onder meer de cursussen Italiaans, Zweeds en Grieks volgde op Duolingo. ‘De afwisseling in taken brengt je snel in aanraking met allerlei onderdelen van een taal: lezen, luisteren, spreken en schrijven, het komt allemaal aan bod’, vult Berns aan. ‘Tel er het speelse karakter, de geintjes tussendoor en de mogelijkheden om samen met anderen te leren bij op en je begrijpt waarom Duolingo zo populair is’, concludeert Nas.
Ook hun sudenten gebruiken Duolingo regelmatig, vertellen de drie docenten. ‘Bijvoorbeeld om hun woordenschat aan te vullen of bepaalde kennis weer op te frissen, legt Meredig uit. Ze zijn het erover eens dat Duolingo ideaal is om met een nieuwe taal in aanraking te komen en er enig gevoel voor te krijgen. ‘Bijvoorbeeld als je ergens op vakantie gaat en een beetje wil begrijpen wat mensen zeggen.’
Wel de woorden, niet de context
Toch zien zowel Berns, Nas als Meredig duidelijke beperkingen aan Duolingo. Berns en Nas wijzen op de geringe grammaticale uitleg. ‘Je krijgt geen toelichting als je een fout maakt; je ziet alleen het goede antwoord’, legt Nas uit. Bovendien, voegt Meredig toe, leer je in Duolingo te weinig over de verschillen tussen informele en formele taal. ‘Tegen je vrienden praat je bijvoorbeeld heel anders dan tegen je baas. Misschien leert Duolingo je wel de woorden, maar niet hoe je ze in verschillende situaties moet gebruiken.’
Nas stipt een ander manco aan bij ‘haar’ taal Spaans. ‘Het Spaans dat Duolingo je leert, is het Spaans dat ze in Zuid-Amerika spreken. Zo leer je niets over het persoonlijk voornaamwoord ‘Vosotros (jullie)’ en de bijhorende werkwoordsvervoegingen, terwijl die in Spanje standaard gebruikt worden.’ Nas ziet hetzelfde in het Portugees. ‘Je leert dan “Braziliaans-Portugees” dat anders klinkt dan “Portugees-Portugees”.’
Wat zouden de docenten aanpassen als ze zelf de touwtjes in handen hadden bij Duolingo? ‘Meer uitleg over de grammatica’, zeggen Berns en Nas beiden beslist. Daarnaast ziet Meredig een nieuw type oefening voor gevorderde cursisen. ‘Denk aan Pokémon Go waarin je er daadwerkelijk op uit moet om verder te komen. Op diezelfde manier kan Duolingo gebruikers uitdagen om hun taalkennis in het echte leven toe te passen.’
Dompel je onder
Mensen die vloeiend Frans, Duits of Spaans hopen te leren spreken met Duolingo, worden door de drie taaldocenten uit hun droom geholpen. ‘Vanaf een bepaald niveau is Duolingo simpelweg niet meer genoeg, stelt Berns. Nas voegt toe: ‘Een cursus in Duolingo helpt je niet verder dan een A2-niveau en dan beheers je nog steeds niet iedere vaardigheid even goed.’
Je ontkomt dus niet aan extra onderwijs en oefening om écht verder te komen met een taal. ‘Een taalcursus of opleiding is voor de meese mensen noodzakelijk. En natuurlijk leer je de taal nog veel beter door te oefenen in het land zelf.’ Tussendoor zijn er al tal van manieren om te blijven oefenen. Series, muziek, radio, en ja, ook Duolingo helpen je vooruit. ‘Uiteindelijk leer je het snelst door dagelijks op meerdere manieren met een taal bezig te zijn.’
Dit artikel verscheen eerder op Radboud Recharge.