Ook dit jaar organiseert de Stichting van Romanisten aan Nederlandse Universiteiten (SRNU) een cursusdag. Deze vindt plaats op woensdag 4 november a.s. in Groningen. Dit jaar is het onderwerp Franse film en literatuur. De cursusdag staat open zowel voor docenten Frans als nascholingscursus als voor andere belangstellenden.
Franse film en literatuur
Literatuur en film zijn twee zelfstandige kunstvormen die elkaar wederzijds kunnen beïnvloeden. Tijdens deze nascholingsdag staat de wisselwerking tussen deze twee kunstvormen centraal. Lange tijd werd de verfilming van literaire teksten door cineasten gezien als een risicovolle onderneming; bijna altijd ging het om de vraag of de verfilming wel recht deed aan het boek en werd de nadruk gelegd op de verschillen tussen boek en film. Inmiddels benadrukken critici dat een boekverfilming niet het louter ‘vertalen’ betekent van het literaire verhaal op het witte doek, maar dat de regisseur zijn of haar eigen interpretatie van het werk geeft. Andersom is het ook heel goed mogelijk dat recente cinematografische ontwikkelingen hun sporen nalaten in veranderende verteltechnieken in de moderne roman.
De nauwe banden tussen literatuur en cinema zijn duidelijk aanwezig in het werk van Patrick Modiano, die onlangs de Nobelprijs voor literatuur in ontvangst nam. Modiano heeft een aantal scenario’s geschreven, enkele van zijn boeken zijn verfilmd en hij trad op als acteur in een film van Raoul Ruiz. De cinematografische verwijzingen in Modiano’s romans zetten de lezer op het spoor van een diepere betekenislaag en in zijn narratieve procedés lijkt de invloed van filmtechnieken zichtbaar.
André Schwarz-Bart’s schrijfstijl leent zich uitstekend voor filmadaptatie; door het gebruik van close up, flashbacks en panoramische beschrijvingen lijkt het alsof zijn romans vanuit een camera-perspectief zijn geschreven. Ondanks pogingen van de regisseurs Jules Dassin en Lisa St Auban de Terán zijn de adaptaties van de romans Le dernier des Justes (1959) en La Mulâtresse Solitude (1972) toch nooit van de grond gekomen. Een onderzoek naar het waarom is nog in volle gang.
De roman van Pascal Quignard, Tous les matins du monde (1991), en de verfilming ervan door Alain Corneau in 2007 zijn als het ware complementair: samen vormen ze een uniek en rijk kunstwerk dat de grenzen tussen genres doet vervagen en de wisselwerking tussen de kunstvormen uitstekend illustreert.
Wanneer we de handvaten vergelijken die we hebben om dieper door te dringen in de technieken van romans en films, valt op dat concepten uit de verteltheorie en filmanalyse lange tijd naast elkaar hebben bestaan. Ook op dit vlak blijkt een toenadering tussen de twee heel vruchtbaar, zoals zal blijken uit een toelichting op het begrip filmnarratologie aan de hand van voorbeelden uit Renoir’s Partie de campagne (1936).
De lezingen (in het Nederlands en het Frans) zijn bedoeld voor docenten in het voortgezet onderwijs, studenten van universiteiten en hogescholen, en eenieder die er belangstelling voor heeft – ter informatie en inspiratie. De sprekers zijn ervaren docenten aan universiteiten. De cursus wordt namens de SRNU georganiseerd door Jeanette den Toonder in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen.