Het talenonderwijs van een open land als Nederland mag zich niet beperken tot enkel Engels, schrijft Marjolijn Voogel. Benut de aanstaande curriculumherziening voor herwaardering.
Twee weken geleden ging de Franse film Les Misérables van Ladj Ly in première. Geen verfilming van Victor Hugo’s gelijknamige roman; alleen het thema, broeiende sociale ongelijkheid in de Parijse periferie, komt overeen. Het is goed mogelijk dat de film net als Hugo’s magnum opus een rol zal gaan spelen in Franse discussies over sociale hervormingen. President Macron vertelde geschokt te zijn na het zien van de film over de banlieue Montfermeil.
Een belangrijke film dus, maar het is de vraag hoeveel Nederlandse leerlingen die zullen zien. Ik zag de film in een piepklein zaaltje, in de premièreweek en op primetime. Raar? Niet echt, want de hedendaagse Franse film, maar ook de literatuur, doen het al jarenlang slecht bij het Nederlandse publiek. Wie komt er nog verder dan Intouchables en Michel Houellebecq?
Dat heeft alles te maken met de afbrokkeling van het Frans in het onderwijs. Al decennialang staat dat schoolvak onder druk, evenals het Duits. Recent besloot het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de havo-examens in deze talen gemakkelijker te maken. Het College voor Toetsen en Examens had namelijk vastgesteld dat de taalvaardigheid in Frans en Duits de afgelopen 25 jaar behoorlijk is gedaald. Als de examennormering niet zou zijn aangepast, zouden havisten zowel voor Frans als voor Duits gemiddeld anderhalf punt lager hebben gescoord dan in 1995.
Het ministerie benadrukt dat het om een tijdelijke maatregel gaat. Minister Arie Slob (Basis- en voortgezet onderwijs, CU) vindt namelijk dat de vakken een „herziening van positie en vakinhoud” moeten krijgen, om de teloorgang van de Duitse en Franse taal op middelbare scholen te stoppen. Net zoals Les Misérables in een andere vorm moet worden gegoten om de boodschap over te brengen, is het onderwijs van de buurtalen achterhaald, want te zeer gericht op grammatica en lezen, slechts één van de vier taalvaardigheden, naast luisteren, spreken en schrijven.
Curriculum.nu
Voor die herziening zijn de ogen gericht op het team ‘Engels en de moderne vreemde talen’, een van de negen teams binnen het gremium van Curriculum.nu, die sinds 2016 bezig zijn de toekomst van het onderwijs vorm te geven. Hun voorstellen, waarover de Tweede Kamer donderdag spreekt, moeten de basis vormen van een herziening van de wettelijke kerndoelen en eindtermen.
Het talenteam formuleerde vijf vakspecifieke bouwstenen. Het onderwijs van de moderne vreemde talen moet zijn gericht op effectieve grensoverstijgende communicatie, creatieve vormen van taal, interculturele competentie, taalbewustzijn en meertaligheid. Met die roep om meertaligheid lijkt men gehoor te geven aan een waarschuwing van de Onderwijsraad dat „een focus op Engels als vreemde taal niet mag leiden tot een eenzijdige focus op Engeland en de Verenigde Staten. Kennis van andere landen en culturen is eveneens van belang”.
Toch is het de vraag hoe deze bouwstenen straks vertaald worden naar kerndoelen en eindtermen. Docenten van de buurtalen houden hun hart vast. Al jaren zien zij met leden ogen aan hoe er keer op keer wordt gesnoeid in de lesuren van Frans en Duits, ten gunste van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde, of aantrekkelijker aangelegenheden als media en tech. Menig hip schoolleider besloot om Frans van het rooster te schrappen om een shift te maken naar moderner onderwijs, vooral binnen vmbo en havo. Minder vaak wordt Duits afgeschaft, en als dat gebeurt is het vaak omdat er geen docenten te vinden zijn.
Diplôme d’Etudes en Langue Française
Het vervolgonderwijs maalt evenmin om de kennis van onze buurtalen, op de universiteit wordt inmiddels zelfs het Nederlands veronachtzaamd. Science en Globish is wat de klok slaat. Ook buiten het onderwijs neemt de verengelsing drastische vormen aan. Al voor de komst van Amazon is het aantal verkochte Engelstalige boeken de afgelopen jaren sterk toegenomen. Hetzelfde geldt voor het aantal boekvertalingen uit het Engels.
Het talenonderwijs van een open economie als de Nederlandse mag zich in tijden van Brexit en Trump niet beperken tot enkel Engels en het maken van creatieve taalportretten van de veeltalige achtergronden in de klas. Laten we onderwijs en eindexamens voor Frans en Duits wél serieus nemen, door die te laten aansluiten op de zeer gewaardeerde internationale diploma’s, Diplôme d’Etudes en Langue Française en Goethe-Zertifikat. Taalcertificaten waarvoor alle taalvaardigheden worden getoetst en die een prachtige toegang bieden tot sterkere verbindingen met onze buren en belangrijkste (handels)partners. En die ons de mogelijkheid bieden om de Victor Hugo’s van heden en verleden in ons leven toe te laten. Curriculum-makers „retenez ceci : il n’y a ni mauvaises herbes, ni mauvais hommes. Il n’y a que de mauvais cultivateurs”.
Marjolijn Voogel is socioloog en auteur van Bon ton of boring? De ontwikkeling van het Frans in onderwijs en uitgeverij in Nederland. Deze bijdrage verscheen eerder in NRC Handelsblad van 4 maart 2020