Door Marcel Beentjes (student aan de Universiteit Leiden)
Op 2 november 2023 organiseerden Platform Frans, het Ministerie van Buitenlandse talen en het NWO-onderzoeksproject ‘Languages as Lifelines’ gezamenlijk het congres Migration, Langues et Talent aan de Universiteit Leiden. Ondanks storm Ciarán vond het congres plaats in het Kamerlingh Onnes Gebouw dat ook bekend staat als de rechtenfaculteit. Vanuit de mooie Lorentzzaal kon het publiek ook online via een livestream deelnemen aan het congres. Na het welkomstwoord van Maaike Koffeman, voorzitter van het Platform Frans, heeft François Alabrune, ambassadeur van Frankrijk in Nederland, het congres geopend door in te gaan op het actuele debat rondom het thema ‘migratie’ waarbij hij de complexiteit van dit thema aankaartte. Zo is het helaas een thema waarbinnen sprake is van een verharding van het debat. Echter heeft Alabrune onderstreept hoe migratie historisch en actueel een interessant thema is waaraan veel positiviteit te koppelen valt.
Alabrune ging in op de gedeelde historie tussen Frankrijk en Nederland wat migratie betreft. Men moet hierbij denken aan economische en religieuze redenen voor migratiestromen die in het verleden plaatsvonden vanuit Frankrijk naar Nederland. Veel hugenoten vonden een nieuw thuis in de Nederlanden na de verergering van religieuze spanningen in Frankrijk. Alabrune sprak hierbij in het Nederlands. Het vervolg (Frans gesproken) stond in het teken van de geschiedenis van André Citroën (oprichter van het gelijknamige automerk) waarbij Alabrune aanhaalde dat de vader van Citroën een Nederlandse immigrant was. Tot slot benadrukte Alabrune dat gastvrijheid heel belangrijk is en zo citeer ik hem: “L’hospitalité est une liberté.”
Docent Alisa van de Haar van de Universiteit Leiden, projectleider van ‘Languages as Lifelines’, vervolgde het congres met een presentatie over migratie en talig talent in historisch perspectief. Allereerst signaleerde zij dat het debat hard gevoerd wordt maar dat de historische context niet moet worden vergeten. Van de Haar presenteerde een aantal migratiestromen die wij in de geschiedenis van Europa gekend hebben. Een terugkomend probleem rondom migratie is polarisatie. Van de Haar vertelde dat ook vroeger discussie gevoerd werd over migratie vanwege angsten voor de nieuwelingen. Deze angsten spelen nu nog steeds een grote rol. Interessant vond ik het verhaal over de Leidse hofjes waarin migranten zich samenvoegden. Blijkbaar speelde segregatie ook een rol in die tijd.
Van de Haar ging in op economie, religie en taalontwikkeling in Nederland en dan vooral kijkend naar Leiden. Hierbij werd aangehaald dat het Frans een steeds belangrijkere rol kreeg in de Nederlanden en daarbuiten. Zo werd in de permafrost van Nova Zembla een Frans-Nederlands woordenboek teruggevonden!
Henry Masson, directeur van van La Cimade, volgde op Van de Haar met een bespreking over migratie in Frankrijk door vooral te kijken naar immigratie en de kansen die dit voor Frankrijk heeft geboden. Hierbij werd gesproken met een politieke ondertoon door de recente geschiedenis vanaf de industriële revolutie tot nu te bespreken. Masson noemde drie grote immigratiestromen vanaf die tijd en besprak de regulatie ervan vanaf de oliecrisis van 1973. Ook noemde hij het onderscheid dat gemaakt werd afhankelijk van het hebben van de Franse nationaliteit of niet. Ook in onze moderne tijd wordt misbruik van arbeidsmigranten gemaakt en hierbij werd als voorbeeld de Olympische Spelen genoemd.
Masson benadrukte het belang van de Franse taal (met 300 miljoen sprekers) en verwees naar de Leidse muurgedichten die de stad rijk is. Bovendien benoemde hij legitieme redenen voor migratie die ook wel (logisch) te verklaren zijn door onder andere klimaatverandering. Volgens Masson komt er meer druk te liggen op Europese landen maar er zijn nog wel wat problemen uit de weg te ruimen, bijvoorbeeld de complexiteit van het integratieproces in Frankrijk. Tot slot benadrukte Masson dat de situatie ingewikkeld is en dit bleek bij de inhoudelijke discussie die volgde op zijn bijdrage .
Na de pauze vond een gesprek plaats tussen Chahla Chafiq en Esfaindyar Daneshvar die elkaar goed kennen. Chafiq is stichter van een agentschap dat werkt aan ontwikkeling van interculturele relaties. Zo stond centraal dat Chafiq Iraanse wortels heeft maar dat zij ingezet heeft op het bestuderen van de Franse taal en cultuur. Belangrijk tijdens het gesprek was het verschil tussen de termen Islam en Islamisme. Chafiq gaf verder aan dat deFranse cultuur en literatuur breed vertaald is. Hierdoor hebben anderstaligen toegang tot deze cultuur.
Ook heb ik met interesse geluisterd naar het feministische perspectief van Chafiq en de onderdrukking hiervan in Iran. Chafiq is een feminist en heeft dan ook studies gedaan naar de positie van vrouwen. Dit heeft zij aan de Sorbonne gedaan. Erg interessant vond ik haar keuze voor de schrijftaal waarbij het essay in het Frans geschreven is maar het ‘echte’ schrijfwerk ook in het Perzisch uitgebracht is. Reden voor het verschil tussen deze twee talen is taboe. Het Perzisch zou op politiek vlak een meer beladen taal zijn. Ook belichtte zij het verschil tussen het essay en literatuur en zij houdt deze twee domeinen dan ook gescheiden van elkaar. De literatuur is vrijer.
Het congres werd afgesloten met een table ronde. Deze werd in zowel het Frans als het Nederlands geleid door Emmanuelle Radar van de Universiteit Leiden. De deelnemers waren Jan Jaap Kleinrensink (Vluchtelingenwerk), Henry Masson (La Cimade), en de docenten Rana Kharsa, Gnimdou Assih en Fatima El Ghouizy. Er werd gesproken over meertaligheid en taalkennis en het belang ervan. Ook werd benadrukt dat het Frans zo nauw verbonden is met ons allemaal. En dat taalkennis cultuurkennis mogelijk maakt. Taal kan politiek gekleurd zijn, zeker als we kijken naar bezetting en kolonisatie maar het kan ons ook juist in contact brengen met anderen.
Ook werd het migratiebeleid van zowel Nederland als Frankrijk besproken en beide landen werden met elkaar vergeleken. Hierbij werden verschillen en overeenkomsten genoemd. Een groot probleem is het tekort aan onderwijzers van de nationale taal die zich (vrijwillig) willen inzetten voor taallessen aan immigranten. Het zou leuk zijn als dit congres voor een boost kan zorgen!
De middag werd afgesloten met een borrel beschikbaar gesteld door het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland.
N.B.: Vanwege de storm is er een livestream van het congres uitgezonden. De opname daarvan is te bekijken op YouTube. De Powerpoint bij de lezing van Alisa van de Haar vindt u hier.