door Ronan van der Ham, Bachelorstudent Franse Taal en Cultuur aan de Universiteit Leiden
Maryse Condé, befaamd essayiste, roman- en toneelschrijfster, geboren te Pointe-à-Pitre, Guadeloupe in 1934, is al decennialang bekend in literaire sferen overal ter wereld. In 1976 publiceerde zij haar eerste roman en vijfenveertig jaar later, in 2021, publiceerde zij haar laatste. Fel criticus van het kolonialisme en het patriarchaat, verwerkte zij in haar werken ‘de hele wereldproblematiek’ aldus Saskia Taggenbrock en Martine Woudt, twee van de vertaalsters van het werk van Condé. In april van 2024 is Maryse Condé overleden. Ter nagedachtenis aan de overleden schrijfster interviewde ik twee van haar vertaalsters, Martine Woudt en Saskia Taggenbrock.
Martine en Saskia ontmoetten elkaar op de vertalersvakschool, als zijnde student en docent. Al gauw kwam Saskia bij een vertaaltaak in haar prille carrière voor het blok te staan, toen haar vaste vertaalpartner de samenwerking door overmacht stil moest leggen. ‘Maar dit kan ik niet alleen!’ dacht Saskia, en al snel werd haar een kalmerende vraag gesteld: ‘Met wie wil je verder?’. Het antwoord, zoals u waarschijnlijk al aan ziet
komen, was Martine. Martine vertaalde in 2019 en 2021 al twee werken van Condé, Het onwaarschijnlijke en droevige lot van Ivan en Ivana (Le fabuleux et triste destin d’Ivan et d’Ivana, gepubliceerd door Orlando in 2019) en Tot het water stijgt (En attendant la montée des eaux, Orlando 2010). Het alleen vertalen voelde echter wat eenzaam, aangezien de vertaler is gedoemd tot eenzaamheid tenzij men samen vertaalt, ‘dat is ook een stuk gezelliger’ gaven Martine en Saskia aan. In 2022 slaan Martine en Saskia de handen wederom ineen om samen een derde werk van Condé te vertalen, Het evangelie van de nieuwe wereld (L’Évangile du nouveau monde, Orlando 2021).
Ten eerste wilde ik graag weten hoe de vertaalsters in de schoenen van een auteur treden, hoe zij in de huid van iemand anders kruipen. Een overvloed aan verschillende bronnen komt hieraan te pas. Op de ouderwetse wijze dook men de boeken in. Gelukkig hebben vertalers vandaag toegang tot het internet om het naslagwerk te vereenvoudigen. Filmpjes en audiofragmenten van, en interviews met Condé gaven Martine en Saskia een duidelijk idee van haar stem, en van haar filosofie. Een filosofie die in het Nederlandse culturele kader nog als vreemd, of als nieuw ervaren zal worden.
Hier ligt voor de vertaalsters de moeilijkheid in het vertalen van het werk van Condé: de verschillen in culturele achtergrond. Condé werd geboren in Guadeloupe, maar heeft ook gewoond in Frankrijk, de Verenigde Staten, Ghana, en Senegal (onder andere). Zo wordt zij door de vertaalsters geduid als een ‘echte wereldburger’. Desalniettemin komt de Caraïbische cultuur van het land waarin Condé werd geboren sterk op de voorgrond te staan in haar werk. Er valt niet te ontkennen dat het een cultuur is die ver weg ligt van de Nederlandse. De woorden ‘echt snappen’ kwamen naar boven in onze discussie over het recht doen aan de culturele nuances in het werk van Condé, maar wat betekent dat? Echt snappen? Er kwam al snel uit ons gesprek dat dat bijna niet mogelijk is, maar het willen snappen en het hebben van empathie met een auteur helpt een vertaler al een stuk vooruit.
Maryse Condé kon tevens goed ‘dingen’ bedenken, ook al zal de gemiddelde lezer daar waarschijnlijk niet bij stilstaan. Zo bestaan ‘maansteenhaaien’ bijvoorbeeld niet, zelfs het belletje dat Saskia aan Artis pleegde leidde niet tot verduidelijking. Toch komt men als lezer van het vertaalde werk van Condé deze prachtige niet-bestaande term tegen. Toen Martine een mailtje stuurde naar Condé over een niet-bestaand plaatsje dat in Tot het water stijgt voorkomt, gaf zij als antwoord ‘maar wie zegt dat het een echte plek moet zijn?’. De werken van Condé neigen naar het onwerkelijke en het onwaarschijnlijke, en toch is het ontzettend geëngageerd werk, een oeuvre dat aan het denken zet. Een oeuvre waar ‘de hele wereldproblematiek’ in verwerkt is. Actuele problemen zoals het klimaat, racisme, de positie van de vrouw, seksueel geweld, worden op zo’n expliciete wijze in het werk benoemd dat de lezer er niet aan kan ontkomen. Condé formuleert dit zelf op een ontzettend mooie manier in het autobiografische werk, La vie sans fards:
La littérature est le lieu où j’exprime mes peurs et mes angoisses, où je tente de
me libérer de questionnements obsédants.
In mijn gesprek met Martine en Saskia zijn er dus veel interessante perspectieven en standpunten aan bod gekomen. Vertalen blijft een vak waar menig mens weinig van afweet, maar een vak dat stemmen doet zingen in andere talen en andere culturen en zo een ontzettend mooie bijdrage levert aan de overdracht van kennis, van ideeën, en van de ervaringen van mensen in werelden die voor ons als Nederlands publiek ook in de tijd van social media nog onbekend zijn. Dat is zo mooi aan literatuur, en aan de fysieke vorm waarin literatuur wordt opgeslagen: het boek. Wanneer een auteur komt te overlijden, leeft diens nalatenschap en diens manier van uitdrukken door in boekenkasten en bibliotheken overal ter wereld. Door vertalers zoals Martine en Saskia, die proberen recht te doen aan de auteur wiens stem zij in een andere taal laten klinken, leeft Condé niet alleen door in het Frans, maar ook in het Nederlands.
Ik bedank Martine en Saskia voor hun openheid en voor het delen van hun ervaring met het vertalen van het werk van Condé.