Oproep tot behoud van de opleiding Franse taal en cultuur

Lire ce texte en français

De studie Franse taal en cultuur staat zwaar onder druk aan de Nederlandse universiteiten als gevolg van de aangekondigde bezuinigingen op het hoger onderwijs door het nieuwe kabinet. Waar de universiteiten van Leiden, Amsterdam, Groningen en Nijmegen zich vooralsnog inspannen om de studie Frans overeind te houden (bijvoorbeeld door cursussen ook aan te bieden binnen andere opleidingen of door Franse taal en cultuur als track onder te brengen in een opleiding Europese talen en culturen), maakte de Universiteit Utrecht op 28 oktober het voornemen bekend om de studie Frans vanaf 2026 af te bouwen en in 2030 definitief te sluiten.

Als bestuur van het Platform Frans spreken wij ons uit tegen deze ingrijpende en destructieve beslissing genomen door het Faculteitsbestuur Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht. Wij zijn ervan overtuigd dat dit besluit een averechts effect zal hebben op de beoogde versterking van de talen, zoals beschreven in de nog steeds geldende en bindende sectorplannen voor de talen. Wij vragen decaan Thomas Vaessens om het besluit om de opleiding Franse taal en cultuur te sluiten, te herroepen. Ook moedigen wij de decanen van de geesteswetenschappelijke faculteiten van Nijmegen, Amsterdam en Leiden aan om de opleiding Franse taal en cultuur aan hun universiteit als zelfstandige studie te laten voortbestaan, en waar mogelijk te versterken samen met de medewerkers van de betreffende opleidingen.

Het behoud en de versterking van de studie Frans in Nederland is om verschillende redenen belangrijk. Frans is niet alleen een buurtaal en de Franstalige samenleving raakt dus letterlijk de onze, maar het Frans is ook één van de hoofdtalen van de Europese Unie en van de Europese Commissie. Het Frans wordt daarnaast gesproken in de hele wereld, met name op het snelst groeiende continent, Afrika. In een steeds verder geglobaliseerde wereld, waarin de nieuwe generaties problemen internationaal zullen moeten aanpakken, zien wij het als een grote meerwaarde dat studenten Frans een breder wereldbeeld ontwikkelen dan studenten die enkel het Nederlands en Engels beheersen en alleen zicht hebben op de Nederlandstalige en Angelsaksische wereld. 

Wij zien dat afgestudeerden in de Franse taal en cultuur niet alleen bijdragen aan de interculturele communicatie tussen Franstaligen en Nederlandstaligen (hun kennis is onmisbaar in het bedrijfsleven), maar ook banen vinden bij de Europese Commissie, in non-profitorganisaties meewerken aan de ontwikkeling van (taal)beleid in Afrika en instromen in prestigieuze masteropleidingen aan de University of Oxford en Sciences Politiques Parijs, simpelweg omdat zij uitstekend Frans spreken en kennis hebben van de Franstalige wereld in al haar facetten. Daarnaast biedt de studie Frans de disciplinaire vorming voor een baan als docent in het voortgezet onderwijs, van waaruit afgestudeerden Frans nieuwe generaties kunnen inspireren en helpen om over grenzen heen te kijken en hen voorbereiden op de uitdagingen waar zij in een geglobaliseerde wereld voor staan. 

Dit laat zien dat het Frans veel meer is dan een taal of middel om een boodschap over te brengen. Franse taal en cultuur is een zeer brede, interdisciplinaire geesteswetenschappelijke studie met aandacht voor communicatie, geschiedenis, literatuur en (geo)politiek, naast alle aspecten van hoe taal in elkaar zit. De studie Frans opent deuren naar nieuwe werelden en het programma leidt studenten op tot kritische, maatschappelijk betrokken mensen die impact hebben op de wereld om hen heen, dichtbij en ver weg.

Als bestuur van Platform Frans begrijpen wij dat bezuinigingen nodig zijn voor de faculteiten Geesteswetenschappen, die in financieel zwaar weer verkeren, maar wij denken niet dat het verder afslanken of stopzetten van de studie Franse taal en cultuur, zeker in tijden van een groot lerarentekort, een goede oplossing is. Wat volgens ons te allen tijde voorop zou moeten staan in de bezuinigingsoperaties aan de verschillende universiteiten is het studentperspectief, iets wat zeker in Utrecht nu volledig uit het oog verloren wordt. Voor studenten uit regio Utrecht raakt het vakgebied Frans volledig uit beeld wanneer de eigenstandige studie Franse taal en cultuur verdwijnt en zij alleen via een zij-instroomtraject of omleidingsroute óf een brede, interdisciplinaire bachelor docent Frans kunnen worden. Zichtbaarheid van het vakgebied Frans is en blijft een sleutel tot het aantrekken van studenten om hen te kunnen enthousiasmeren voor het docentschap en voor andere gebieden waarin zij nodig zijn.

Een tweede perspectief dat had moeten worden meegenomen in de bezuinigingsplannen is het medewerkersperspectief. De beslissingen die nu in haastig tempo genomen worden, zijn top-down opgelegd, terwijl de betrokkenheid van medewerkers van de opleidingen Frans in de plannen had kunnen leiden tot bottom-up samenwerkingen en onderwijsvernieuwingen die waarschijnlijk óók de te realiseren besparing kunnen opleveren. Een breed gedragen en goed doordacht plan, afkomstig van de personen die de opleidingen het beste kennen en de toekomst van deze opleidingen vormen, geeft daarnaast een solide basis voor een langetermijnvisie. Deze visie ontbreekt nu en dat is zorgelijk. Dit kan het vertrek tot gevolg hebben van de docenten en onderzoekers van de opleidingen Frans in Nederland, die onderwijs van zeer hoge kwaliteit leveren en grote onderzoekssubsidies verwerven – in de afgelopen vijf jaren onder andere een Veni (Leiden), een Vici (Nijmegen), een NWO Open Competitie (Leiden), een Niels Stensen Fellowship (Utrecht) en twee NWO Open Competitie XS (Leiden en Utrecht). Wanneer hun expertises niet meer geborgd zijn in een langetermijnplan waarin leerstoelen en universitair hoofddocentschappen zijn vastgelegd, is er voor deze talentvolle wetenschappers geen toekomst meer in Nederland.

Tot slot wijzen wij de decanen, en in het bijzonder Thomas Vaessens, erop dat de bezuinigingen ook gerealiseerd kunnen worden zonder opleidingen definitief te sluiten. Dat vraagt creativiteit en inventiviteit van de medewerkers van de opleidingen, maar ook overleg tussen alle betrokken partijen. Als bestuur van Platform Frans zien wij bereidheid tot overleg aan de kant van de universitair docenten, maar (nog) niet van de kant van de bestuurders. Wij nodigen de faculteitsbesturen uit om deze overleggen wel te gaan voeren. Wij verwachten dat deze gesprekken kunnen leiden tot een heroverweging van het besluit om de Utrechtse opleiding te sluiten, en tot steun van alle decanen van de betrokken universiteiten om de opleidingen Frans toekomstbestendig te maken.

Bestuur Platform Frans: Rozanne Versendaal (Universiteit Utrecht), Maaike Koffeman (Radboud Universiteit), Jeanette den Toonder (Rijksuniversiteit Groningen), Alisa van de Haar (Universiteit Leiden), Niek Pas (Universiteit van Amsterdam), Mireille de Jonge (buitenlandspecialist), Joost Jaspers (advocaat)